Het kabinet en de sociale partners in Nederland zijn het eens geworden over nieuwe afspraken in het kader van het Pensioenakkoord. De hoofdlijnafspraken, die in juni 2019 zijn gemaakt, zijn verder ingevuld. Het idee is dat de overgang naar een nieuw pensioenstelsel gefaseerd plaatsvindt tussen 2022 en 2026. Zo hebben werkgevers, werknemers en pensioenuitvoerders de tijd om alle wijzigingen te implementeren in hun eigen pensioenafspraken.
Het is nog veel te vroeg om iets te zeggen over wat de plannen concreet voor het pensioen van de deelnemers van de Nederlandse secties zullen betekenen. Voor nu zetten we in deze nieuwsbrief de belangrijkste voorgestelde veranderingen op een rij.
Geen garanties meer
Het idee van garanties wordt bij pensioenfondsen definitief losgelaten en we accepteren dat in het pensioenstelsel onzekerheid nodig is. Dat doen we door met een andere rente te gaan rekenen. Niet langer de rente zonder risico, zoals in het huidige pensioenstelsel, maar een ‘projectierendement’ waarin we toekomstig verwachte resultaten meenemen. Door met dit projectierendement te rekenen worden de dekkingsgraden hoger. Hiermee kunnen de pensioenen sneller worden geïndexeerd. Door de onzekerheid kunnen de pensioenen ook eerder worden gekort, maar deze volatiliteit hoort bij het nieuwe stelsel
Andere financiering
Ook de financiering van pensioenregelingen wijzigt. Waarbij nu in pensioenregelingen nog een bedrag aan pensioen wordt beloofd aan medewerkers, gaat dat wijzigen in een belofte op een premie. Deze premie wordt belegd en afhankelijk van de resultaten krijgt de medewerker zijn pensioen op de pensioendatum. Deze premie wordt voor iedereen binnen een bedrijf of sector gelijk. De maximale premie lijkt 33% van de pensioengrondslag te worden.
In het nieuwe stelsel zal voor alle leeftijden precies dezelfde premie worden betaald. Deze methode wijkt af van de systematiek die pensioenfondsen in het verleden hebben gehanteerd, en waarbij de premie meestal toenam naarmate de deelnemer ouder werd. Hierdoor hebben sommige medewerkers in vergelijking met de voorgestelde methode in het verleden “te veel” betaald, en andere “te weinig”. Er wordt aan gedacht om de buffers, die ontstaan door het overstappen op een projectierendement, te gebruiken voor compensatie.
AOW-leeftijd
Tot slot zijn er nog afspraken gemaakt rond de zware beroepen en de vertraging van de stijging van de AOW-leeftijd. Dit zijn eerdere afspraken die voor het verdere wetgevingstraject moesten wachten op de uitwerking van het akkoord.
De komende jaren zal er nog geregeld nieuws zijn rond het Pensioenakkoord. Veel zaken moeten nog nader worden uitgewerkt. We zullen jullie via de nieuwsbrieven en de website op de hoogte houden van de ontwikkelingen.