Harm Messchendorp van het Genencor NL pensioencomité:

“Terugkijkend is de overgang naar het DuPont European Pension Fund (DEPF) heel soepel verlopen. Dat komt doordat het proces heel zorgvuldig is voorbereid en doorlopen. Je kunt wel als werkgever en ondernemingsraad ervan overtuigd zijn dat overbrengen van het pensioen naar België een verstandige stap is. Maar de vraag is: hoe deel je dit op de juiste manier met de medewerkers?”

Harm Messchendorp was als adviseur van de OR van Genencor in Nederland nauw betrokken bij de overgang van het pensioen. Hij geeft toe dat ook hij aanvankelijk even de wenkbrauwen fronste toen de optie van aansluiting bij het in België gevestigde DEPF aan de orde kwam. Maar al spoedig besefte hij dat dit de beste oplossing was voor de deelnemers. “Door de afsplitsing van Chemours van DuPont in Dordrecht waren de medewerkers van DuPont en Genencor in Nederland opeens deelnemer in het pensioenfonds van Chemours. Voor de betreffende medewerkers moest een andere pensioenoplossing worden gekozen. In België had DuPont al een Europees pensioenfonds waar wij bij konden aansluiten.” Harm vertelt dat de communicatie van de overgang heel gestructureerd is aangepakt. “Montae heeft hier een belangrijke rol in gespeeld. Als coach en wegbereider hebben zij ons geholpen om goed aan de medewerkers uit te leggen waarom dit een verstandige stap was. Door die zorgvuldige aanpak was men er gerust op en heeft iedereen toestemming verleend voor de overgang van het pensioen.”

Ongekend vrijheidsgevoel
Harm is onlangs met pensioen gegaan op 65-jarige leeftijd. “Mijn AOW-leeftijd is 66, maar na vertrokken te zijn bij de laatste reorganisatie in het bedrijf heb ik besloten maar iets eerder met pensioen te gaan. Het bevalt me goed. Je went er wel aan, maar toch geniet ik nog steeds van het ongekende vrijheidsgevoel.”
Harm is scheikundig ingenieur. In 1990 kwam hij bij de enzymen tak van Gist Brocades, die in 1995 werd overgenomen door Genencor. Via verschillende overnames kwam het bedrijf onder de vleugels van DuPont. “Enzymen werken als katalysator in natuurlijke processen”, legt Harm uit. “Een mooi voorbeeld is hoe enzymen ons voedsel helpen afbreken tot heel kleine deeltjes die makkelijk in het lichaam kunnen worden opgenomen. In de industrie worden enzymen onder meer in wasmiddelen gebruikt om vlekken op een lage temperatuur af te breken.”
De laatste jaren was Harm key account director. Dit hield in dat hij verantwoordelijk was voor de relaties met klanten, vooral in de industriële reiniging en de textielindustrie.” Hij vertelt dat bij Genencor in Leiden de mensen van R&D en o.a. de verkoopafdeling bij elkaar in één gebouw zitten. “Dan maak je elkaar enthousiast voor waar je mee bezig bent.”

Eisen werden steeds hoger
Harm is vele jaren betrokken geweest bij het pensioen bij Genencor. “Toen de enzymen business van Gist Brocades werd overgenomen door Genencor moest de pensioenregeling gelijkwaardig worden. Er is toen een Genencor pensioenfonds opgericht. ‘Is het iets voor jou om bestuurder van dat fonds te worden?’ vroeg men mij. Ik heb er even over nagedacht. Want ja, pensioen, zo oud was ik nog niet. Maar het leek me leuk en dat was het ook. In de loop der jaren werden de eisen steeds hoger. We waren – en dat bedoel ik niet denigrerend – goedwillende amateurs die maar beperkte tijd konden besteden aan het bestuurswerk naast hun dagelijks werk. We zijn toen om ons heen gaan kijken en zijn uitgekomen bij het eigen pensioenfonds van DuPont. Dat ging toen twee regelingen uitvoeren: de bestaande eindloonregeling voor de DuPont medewerkers in Dordrecht en Landgraaf, en de middelloonregeling voor de medewerkers van Genencor. Sinds het recente afscheid van pensioenfonds Chemours, zijn de DuPont regelingen nu ondergebracht bij het DEPF.”

Pensioencomité geeft adviezen aan bestuur
Na zijn pensionering is Harm lid geworden van het pensioencomité van Genencor in het DEPF. Dat is een orgaan dat gevraagd en ongevraagd adviezen geeft aan het bestuur. In het comité zit iemand van HR namens de werkgever, iemand namens de actieve deelnemers en iemand namens de pensioengerechtigden. “Ik zit er formeel in namens de pensioengerechtigden”, zegt Harm. “Maar er zitten maar heel weinig pensioengerechtigden in het DEPF, dus in feite zit ik er voor de hele deelnemerspopulatie.”
Ook DuPont heeft zo’n pensioencomité. In de opstartfase trekken de twee comités veel gezamenlijk op.
“Bij de overgang van het pensioen naar DEPF was het duidelijk dat in de Belgische situatie het pensioencomité een minder sterke invloed zou krijgen dan het vroegere verantwoordingsorgaan in Nederland. Daarom is speciaal in een charter vastgelegd dat het bestuur van DEPF heel serieus omgaat met de adviezen van het pensioencomité. Het is een wisselwerking. Als de kwaliteit van je adviezen goed is, wordt er zeker naar je geluisterd.”

Positieve sfeer
Het pensioencomité vergadert vier keer per jaar. Het schema is gekoppeld aan de kwartaalrapportages die het DEPF ontvangt over de administratie en de beleggingen. “We hebben nu twee vergaderingen gehad”, zegt Harm. “De eerste was met de bestuurder erbij en de tweede met elkaar om te bespreken hoe we met de rapportages van het bestuur omgaan. Het is werk in uitvoering, want we zijn nog een beetje onze weg aan het vinden. Maar iedereen heeft de insteek: hier willen we samen wat van maken. De sfeer is positief.”

Afdrukken